Het minimumbedrag voor het gebruikelijk loon van een directeur-grootaandeelhouder (dga) komt in 2024 uit op € 56.000. Dit is een behoorlijke stijging want in 2023 was dit standaardbedrag nog € 51.000.
Als dga moet u een loon ontvangen dat gebruikelijk is voor de werkzaamheden die u verricht voor uw bv. Om dit gebruikelijk loon te bepalen met de dga voor het jaar 2024 kijken naar het hoogste bedrag van de hiernavolgende bedragen:
- Het loon van een werknemer in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’;
- Het loon van de meestverdienende werknemer van een bv of van een verbonden vennootschap;
- Een minimumbedrag van € 56.000.
Tot 2023 kon de dga nog gebruikmaken van de zogeheten doelmatigheidsmarge. Met deze regeling mocht de dga 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking opgeven als gebruikelijk loon. Maar met ingang van 2023 is er een streep gezet door de doelmatigheidsmarge. Dga’s die de marge gebruikten, moeten dus dit jaar een hoger gebruikelijk loon hanteren.
U mag het gebruikelijk loon lager vaststellen als u aannemelijk kunt maken dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan:
- € 56.000. Dan mag u het gebruikelijk loon vaststellen op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- Het loon van de meest verdienende werknemer. U mag dan het gebruikelijk loon vaststellen op het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
Om het loon vast te stellen, is het nodig om een vergelijking te maken met de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Bij deze vergelijking spelen onder andere de volgende criteria een rol: de branche, de grootte van uw bedrijf, het aantal werknemers, het werkpakket, het tijdsbeslag en uw verantwoordelijkheden. Als hieruit volgt dat het loon lager is dan € 56.000 per jaar, dan mag u uw loon vaststellen op dit lagere loon. Zorg dan wel voor een goede onderbouwing hiervan voor in uw dossier.
Anderzijds is het ook mogelijk dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking uitkomt op een hoger bedrag dan € 56.000 per jaar. In dat geval moet u dit hogere bedrag hanteren. Ook in deze situatie is het belangrijk dat u vastlegt op basis van welke gegevens u dit loon hebt vastgesteld.
Ook als de dga parttime werkt voor de bv, dan mag u hiermee bij het vaststellen van het gebruikelijk loon rekening houden. U moet dit wel aannemelijk maken.
Lijdt uw bv structureel verlies, waardoor de continuïteit in gevaar komt, dan mag u het loon lager vaststellen dan het gebruikelijk loon. U mag het loon echter niet lager vaststellen als uw bv de rekeningen nog steeds kan betalen of als deze niet betaald kunnen worden vanwege een oplopende rekeningcourantschuld, uitgekeerd dividend of andere onttrekkingen. U mag het loon ook niet lager vaststellen als uw bv een incidenteel verlies heeft.
Als startende ondernemer mag de dga onder voorwaarden uitgaan van een lager gebruikelijk loon, gedurende maximaal drie jaar, als de dga het gebruikelijk loon vanwege de opstart van de bv niet kan betalen.