Vanaf maandag 15 februari kan de tegemoetkoming van de vierde tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), worden aangevraagd. Dit is de tweede periode van NOW 3, die in drie periodes van drie maanden is opgedeeld (1e: oktober tot en met december 2020, 2e: januari tot en met maart 2021 en 3e: april tot en met juni 2021). Voor iedere periode geldt een aparte aanvraag. De aanvraagperiode voor dit tweede deel van NOW 3 (“NOW 3.2”) loopt tot en met zondag 14 maart 2021.

De regeling NOW 3.2 houdt in grote lijnen het volgende in:

Inhoud regeling

  • De tweede aanvraag NOW 3.2 geldt voor een periode van 3 maanden en heeft betrekking op omzetdalingen per 1 januari 2021 (tot en met 31 maart 2021), per 1 februari 2021 (tot en met 30 april 2021) of per 1 maart 2021 (tot en met 31 mei 2021);
    De aanvrager kiest zelf de startdatum van deze meetperiode van 3 maanden wanneer geen NOW 3.1 is aangevraagd. Is wel NOW 3.1 aangevraagd, dan moet de meetperiode van NOW 3.2 aansluiten op de aanvraagperiode van NOW 3.1;
  • De omzet uit 2019 gedeeld door 4 (3-maandsperiode 2019) wordt vergeleken met de (verwachte) omzet in de gekozen 3-maandsperiode voor NOW 3.2. Bij een omzetverlies van tenminste 20% kan de aanvraag voor de NOW 3.2-subsidie worden ingediend;
  • Indien de werkgever onderdeel is van een groep (concern), dan moet de omzetdaling voor de gehele groep worden vastgesteld. De subsidie aanvraag zelf wordt per loonheffingennummer van de groep ingediend, waarbij voor iedere aanvraag hetzelfde percentage omzetdaling wordt gehanteerd;
  • Wanneer op concernniveau minder dan 20% omzetverlies geldt, terwijl een werkmaatschappij als onderdeel van dit concern zelf tenminste 20% omzetverlies heeft, kan deze werkmaatschappij onder voorwaarden toch in aanmerking komen voor NOW 3.2. Deze werkmaatschappij moet dan wel een eigen rechtspersoonlijkheid hebben;
  • De NOW 3.2-subsidie wordt, ongeacht de gekozen 3-maandsperiode voor het vaststellen van het omzetverlies, uitgekeerd voor de betaling van salarissen en loonkosten uit de periode 1 januari 2021 tot 1 april 2021. De tegemoetkoming wordt gebaseerd op de loonsom over de maand juni 2020.

Hoogte subsidie

  • De hoogte van de tegemoetkoming is in dit tweede deel van de NOW 3 afhankelijk van de omzetdaling en bedraagt maximaal 85% van de loonsom. De loonsom van de maand juni 2020 is hierbij in beginsel bepalend (de loonsom van juni 2020 op peildatum 26 augustus 2020), met een maximum van € 9.718 per werknemer;
  • Bovenop de loonsom hanteert UWV een uniforme opslag van 40%, ter compensatie van te betalen (te reserveren) vakantietoeslag, pensioenpremies en premies werknemersverzekeringen;
  • UWV verstrekt een voorschot van de aangevraagde subsidie van 80% en betaalt dit voorschot subsidiebedrag in 3 termijnen.

Verrekening achteraf

  • Achteraf worden de werkelijke omzetdaling en de werkelijke loonsom vastgesteld en vindt een correctie in positieve of negatieve zin plaats. Hiertoe moet een aparte, definitieve subsidieaanvraag worden ingediend, voorzien van – afhankelijk van de hoogte van het voorschot en het definitieve subsidiebedrag – een derdenverklaring of een accountantsverklaring;
  • De loonsom mag in de subsidieperiode met 10% dalen (ten opzichte van de loonsom van juni 2020) zonder dat dit ten koste gaat van de definitieve tegemoetkoming;
  • De extra verlaging van de tegemoetkoming bij bedrijfseconomisch ontslag is niet meer van toepassing.

Aan de NOW 3.2 zijn wel voorwaarden verbonden. Let goed op dat u ook voldoet aan deze voorwaarden anders kan het u veel geld kosten. Voor nadere informatie over de voorwaarden en de afrekening achteraf verwijzen wij u naar onze website https://vanderlaangroep.nl