Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 13 maart 2023, 20:00 uur.


1. Coronabelastingschulden: wat zijn uw mogelijkheden?

Tijdens de coronacrisis konden bedrijven ervoor kiezen om de betaling van hun belastingschulden tijdelijk uit te stellen. Ruim 266.000 ondernemers moesten vanaf 1 oktober 2022 met de aflossing van deze schulden starten. Inmiddels blijkt dat meer dan 103.000 ondernemers achterlopen met die aflossingen.

Als u moeite heeft om aan de aflossingsverplichting te voldoen, zijn er misschien mogelijkheden. Zit u wat ruimer in uw jas, dan kan het daarentegen financieel aantrekkelijk zijn om eerder af te lossen.

Betalingsregeling coronabelastingschuld
De opgebouwde coronabelastingschulden moeten sinds oktober 2022 worden afgelost. In beginsel moet dit maandelijks in gelijke termijnen. U heeft hiervoor vijf jaar de tijd. Voorwaarde voor deze betalingsregeling is dat u zich ook aan de maandelijkse aflossing houdt. Een andere voorwaarde is dat u tijdig juiste belastingaangiften (onder meer btw en loonheffing) moet indienen voor belastingen vanaf 1 oktober 2022 en tijdig en volledig de betalingen moet doen die daaruit voortvloeien.

Brief Belastingdienst
De Belastingdienst stuurt momenteel brieven aan ondernemers die volgens de Belastingdienst niet aan de voorwaarden van de betalingsregeling voldoen. De Belastingdienst vraagt zo snel mogelijk eventuele betalingsachterstanden in te lopen.

Let op!
Als u niet aan de voorwaarden van de betalingsregeling voldoet, heeft de Belastingdienst de mogelijkheid om de betalingsregeling in te trekken. Dat doet de Belastingdienst niet nu meteen al. Als u uw betalingsachterstand in april nog niet heeft ingelopen, ontvangt u half april nogmaals een brief. Als u daarna niet binnen 14 dagen uw betalingsachterstand inloopt, ontvangt u vanaf half mei een beschikking van de Belastingdienst waarin de betalingsregeling wordt ingetrokken. Vanaf half juni 2023 start de Belastingdienst de invordering dan op.

De Belastingdienst zal nog niet de betalingsregeling intrekken als u maar één aflossingstermijn achterloopt, mits u wel aan de overige voorwaarden van de regeling voldoet. Voorlopig stelt de Belastingdienst zich in dit soort gevallen nog coulant op.

Mogelijkheden coronabelastingschulden
Lukt het niet om aan de voorwaarden van de betalingsregeling te voldoen, dan zijn er nog mogelijkheden. Hiermee kunt u misschien voorkomen dat de Belastingdienst de betalingsregeling uiteindelijk intrekt. Zo kunt u verzoeken de schuld in zeven in plaats van vijf jaar af te lossen. Ook kunt u verzoeken niet maandelijks, maar per kwartaal af te mogen lossen. Tot slot kunt u ook eenmalig verzoeken om een betaalpauze van maximaal zes maanden. Het gevolg van zo’n verzoek is wel dat uw af te lossen maandbedragen die daarna nog volgen, hoger worden.

Let op!
Voor deze mogelijkheden gelden ook voorwaarden. Onze adviseurs kunnen u hierover adviseren.

Mogelijkheden lopende betalingsverplichtingen
De Belastingdienst heeft de mogelijkheid om uw betalingsregeling voor uw coronabelastingschulden in te trekken als u uw nieuw opkomende betalingsverplichtingen die na 1 oktober 2022 zijn ontstaan niet voldoet. U kunt voor deze belastingschulden geen aanvullend uitstel krijgen of een betalingsregeling treffen.

Tip!
Voor belastingschulden die u vóór 1 oktober 2022 opbouwde is, onder voorwaarden, wel aanvullend uitstel van betaling mogelijk.

Invorderingsrente loopt op
U betaalt over uw opgebouwde coronabelastingschuld invorderingsrente. Die was een tijdje 0,01%, maar bedraagt op dit moment alweer 2%. Per 1 juli stijgt deze rente naar 3% en per 1 januari 2024 naar 4%. Is het voor u mogelijk uw coronabelastingschuld sneller af te lossen, dan scheelt u dat dus flink aan te betalen rente. Bijna 22.000 ondernemers kozen al voor deze oplossing en losten hun coronabelastingschuld volledig af. Uiteraard hoeft u niet volledig af te lossen om rente te besparen, ook als u een gedeelte eerder aflost, scheelt dat u rente.


2. Tegemoetkoming in energie aanvragen vanaf 21 maart

Energie-intensieve mkb-ondernemers kunnen vanaf 21 maart 2023 de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) aanvragen. De TEK kan worden verkregen voor de periode van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023.

Modelprijzen en energie-intensiteitseis
U komt alleen in aanmerking voor de TEK als uw energiekosten minimaal 7% van uw omzet in 2022 bedragen. Dit wordt de energie-intensiteitseis genoemd. De energiekosten in deze eis worden berekend aan de hand van een standaardjaarverbruik en modelprijzen voor gas en elektra voor 2022. Deze modelprijzen voor 2022 zijn inmiddels bekendgemaakt en bedragen voor gas € 2,41 per kuub en voor elektra € 0,59 per kWh. Het standaardjaarverbruik is een schatting van uw jaarverbruik dat gebaseerd is op uw verbruik in het verleden. De netbeheerder verstrekt die gegevens aan RVO.

Tip!
U kunt zelf uitrekenen of u voldoet aan de energie-intensiteitseis en dus voor de TEK in aanmerking komt. Op de site van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) zijn enkele rekenvoorbeelden opgenomen.

Verdere voorwaarden TEK
Naast de voorwaarde dat uw energiekosten minimaal 7% van uw omzet in 2022 moeten bedragen, kent de TEK nog andere voorwaarden. Zo moet u onder meer voldoen aan de mkb-toets; daarvoor geldt dat u minder dan 250 werknemers in dienst heeft en een omzet van maximaal € 50 miljoen en/of een balanstotaal van maximaal € 43 miljoen heeft. U vindt alle voorwaarden op RVO.nl.

Tip!
Ook stichtingen, culturele instellingen en semipublieke instellingen die voldoen aan de voorwaarden van de TEK-regeling kunnen een aanvraag indienen.

Berekening TEK
De definitieve TEK wordt berekend op basis van de modelprijzen voor gas en elektra voor 2023 en het standaardjaarverbruik en dus niet op basis van het werkelijke gebruik en de actuele prijs.

Let op!
U ontvangt alleen subsidie als de modelprijs voor 2023 straks hoger is dan € 1,19 per m3 gas en € 0,35 per KWh elektriciteit. Dit wordt de drempelprijs genoemd. Verder geldt een maximale prijs van € 3,19 per m3 gas en € 0,95 per kWh elektriciteit.

De TEK vergoedt straks maximaal 50% van het verschil tussen de modelprijs en de drempelprijs, waarbij de modelprijs maximaal op de maximale prijs wordt gesteld.

Voorbeeld

  • Stel de modelprijs 2023 voor gas wordt vastgesteld op € 3,50 per m3 gas. De TEK vergoedt dan maximaal 50% over € 2 (namelijk de maximale prijs van € 3,19 verminderd met de drempelprijs van € 1,19).
  • Stel de modelprijs 2023 voor gas wordt vastgesteld op € 2,19 per m3 gas. De TEK vergoedt dan maximaal 50% over € 1 (namelijk de modelprijs van € 2,19 verminderd met de drempelprijs van € 1,19).

Let op!
U ontvangt maximaal € 160.000 subsidie (of per groep verbonden ondernemingen).

Voorschot van 50%
De modelprijzen voor 2023 staan nog niet vast. Daarom kan nog niet berekend worden hoeveel uw definitieve subsidie is. Op basis van uw aanvraag ontvangt u daarom vooralsnog een voorschot van 50% van het te verwachten subsidiebedrag.

Aanvragen via de RVO
De tegemoetkoming kan vanaf 21 maart 2023 9.00 uur tot 2 oktober 2023 17.00 uur worden aangevraagd bij de RVO. Hiervoor is eHerkenning op niveau eH3 nodig, maar zzp’ers en ondernemers met een eenmanszaak kunnen ook met DigiD terecht.

Vaststellingsverzoek
Om de definitieve TEK te kunnen berekenen, dient een vaststellingsverzoek te worden ingediend. Ook dit moet bij de RVO gebeuren, uiterlijk op 31 mei 2024.


3. Aanvragen SLIM-subsidie in de maand maart

Werkgevers in het mkb kunnen vanaf 1 maart 2023 de zogenaamde SLIM-subsidie, Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen, weer aanvragen. Nieuw in de regeling is dat mkb-ondernemingen een voorschot van 50% kunnen krijgen.

Let op!
U heeft één maand de tijd voor uw aanvraag. Het loket is namelijk open van 1 maart tot en met 30 maart 17.00 uur.

Waarvoor subsidie?
U kunt de subsidie aanvragen voor:

  • activiteiten voor leren en ontwikkelen (bijvoorbeeld loopbaanadvies of onderzoek naar behoefte aan scholing in uw bedrijf);
  • een aanpak om uw medewerkers aan te moedigen hun kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen (bijvoorbeeld een bedrijfsschool);
  • een praktijkleerplaats binnen uw bedrijf voor (delen van) een mbo-opleiding voor volwassenen.

Hoogte subsidie
De subsidie bedraagt maximaal € 25.000 (voor landbouwbedrijven maximaal € 20.000). Middelgrote ondernemingen krijgen subsidie voor maximaal 60% van de subsidiabele kosten, kleine ondernemingen voor maximaal 80% van de subsidiabele kosten. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten de subsidiabele kosten minimaal € 5.000 bedragen.

Let op!
Deze minimale subsidiabele kosten en de maximering van de subsidiabele kosten gelden niet voor praktijkleerplaatsen of voor loopbaan- of ontwikkeladviezen. De subsidie voor een praktijkleerplaats is maximaal € 2.700 en voor een loopbaan- of ontwikkeladvies maximaal € 700.

Voorschot ook voor mkb
Nieuw in de regeling is dat mkb-ondernemingen nu een voorschot van 50% kunnen krijgen op basis van hun aanvraag. Samenwerkingsverbanden en grootbedrijven die voor de SLIM in aanmerking komen, hadden deze mogelijkheid al. Via een voorschot kan een onderneming makkelijker de aanloopkosten financieren. Bij twijfel over de betrouwbaarheid van de aanvrager kan een voorschot geweigerd worden. Ook is geregeld dat het voorschot kan worden teruggevorderd als niet aan de voorwaarden van de SLIM wordt voldaan.

Aanvragen SLIM
Om in aanmerking te komen voor de SLIM, geldt een aantal voorwaarden. Deze zijn verschillend per type aanvrager. U vindt deze voorwaarden en meer informatie op deze site. Als u de SLIM wilt aanvragen, moet u eerst inloggen bij het ‘Subsidieportaal van uitvoering van beleid’. Als u nog geen account heeft, moet u dit eerst aanmaken.

Tip!
Mkb-bedrijven kunnen de SLIM-subsidie ook aanvragen in september van dit jaar. Samenwerkingsverbanden en grootbedrijven in de landbouw, horeca en recreatie kunnen de SLIM-subsidie aanvragen tussen 1 juni en 27 juli 2023.


4. Wetsvoorstel invoering wettelijk minimumuurloon aangenomen

De Eerste Kamer is akkoord gegaan met het wetsvoorstel tot invoering van een wettelijk minimumuurloon. Dit betekent dat er naar verwachting vanaf 1 januari 2024 gerekend moet worden met een minimumuurloon op basis van 36 uren per week, in plaats van een minimumloon per maand.

Normale arbeidsduur
Nederland kent als een van de weinige EU-lidstaten wel een minimumloon per maand, maar niet per uur. Dit betekent dat de hoogte van het (niet wettelijk vastgelegde) minimumloon per uur afhankelijk is van het normale aantal uren dat in een sector als voltijd geldt, de zogenoemde normale arbeidsduur. Dit betekent dat het minimumloon dat een werknemer per uur verdient niet bij iedereen gelijk is, maar afhankelijk is van de sector waarin hij werkt.

Bij de invoering van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) in 1969 zorgde dit destijds niet voor discussie, omdat de 40-urige werkweek toen voor het grootste deel van de werkenden nog de standaard was. Dit uitgangspunt is echter gewijzigd in de loop der tijd. Er zijn bijvoorbeeld meer werknemers die verschillende uren werken en meerdere banen combineren. Het is nu zo dat de ene werknemer 40 uur per week moet werken om het minimumloon te verdienen, terwijl een andere werknemer hetzelfde loon in 36 uur per week kan verdienen.

Handhaving
Bijkomend punt is dat het ontbreken van een minimumuurloon voor problemen zorgt in de handhaving, waardoor werknemers minder goed beschermd zijn tegen uitbuiting en onderbetaling.

Minimumuurloon
De systematiek van de normale arbeidsduur past niet meer bij de huidige arbeidsmarkt, waar variatie in arbeidsduur en (intersectorale) mobiliteit gedurende de loopbaan gebruikelijker is geworden. Om die reden is het reëel om een minimumuurloon in te voeren, waarbij de keuze is gemaakt dit uurloon te baseren op een werkweek van 36 uur.

Let op!
Bij invoering van het minimumuurloon kunnen werkgevers, waar werknemers het minimumloon verdienen op basis van 38 of 40 uren per week, te maken krijgen met een lastenverzwaring, omdat er simpelweg meer betaald moet worden. Het is nog niet bekend of de overheid een verhoging gaat treffen om dit te compenseren.


5. Voorkom belastingrente met btw-suppletie voor 1 april

Ga nog deze maand na of u over 2022 nog btw moet afdragen aan de Belastingdienst. Als u deze btw namelijk vóór 1 april 2023 met een suppletie aangeeft bij de Belastingdienst, berekent de Belastingdienst geen rente. Dient u de btw-suppletie 2022 vanaf 1 april 2023 in, dan berekent de Belastingdienst 4% belastingrente vanaf 1 januari 2023. U bent verplicht een btw-suppletie in te dienen zodra u constateert dat u te weinig of te veel btw heeft aangegeven. Is de correctie € 1.000 of minder, dan corrigeert u niet met een btw-suppletie. U verwerkt de correctie dan in uw eerstvolgende btw-aangifte.


6. Kijk berekening (jeugd-)LIV en LKV 2022 goed na

Uiterlijk 14 maart 2023 stuurt het UWV de voorlopige berekening van tegemoetkomingen volgens de Wtl voor 2022. Dit betreft het LIV, jeugd-LIV en LKV. De voorlopige berekening van het UWV is gebaseerd op uw aangiften loonheffingen 2022 die u uiterlijk 31 januari 2023 bij de Belastingdienst indiende. Kijk daarom goed na of u alle gegevens juist in uw aangifte loonheffingen heeft opgenomen. Tot en met 1 mei 2023 kunt u nog verbeteringen aanbrengen. Verbeteringen die u daarna nog aanbrengt, worden niet meer meegenomen in de definitieve berekening van het LIV, jeugd-LIV en LKV. Zijn alle gegevens correct in de aangifte loonheffingen opgenomen? Maar klopt de voorlopige berekening desondanks niet? Dan kunt u bellen met de UWV Telefoon Werkgevers. U kunt ook bellen als u na 15 maart 2023 nog geen voorlopige berekening heeft ontvangen.